‘Ik gunde het Antonio, niet om hem maar om zijn vader’
Dat Aart Bosman in totaal bijna vijftien jaar lang voorzitter zou zijn van VVZ ‘49, dat zou de kleine Aart Bosman, toen hij een jaar of 12 was nooit gedacht hebben. De VVZ ‘49-voorzitter, zo nauw verbonden met de club, begon met voetbal bij SO Soest en een reeks van gebeurtenissen, zoals de keeperskeuze van een jeugdtrainer en een bezoek aan tennisvereniging De Toss, zorgde ervoor dat Aart anderhalf decennium de VVZ ‘49-voorzittershamer in handen had. Wij kijken, aan de vooravond van zijn verhuizing naar het pittoreske Speuld (bij Ermelo) terug op zijn voetbaljaren in Soest.
Nerveuze keeper
Vanaf zijn jongste jeugd zat Aart op voetbal. Bij SO Soest speelde de toen nog kleine Aart zijn wedstrijdjes. ,,Ik wisselde keepen af met veldspelen”, blikt hij terug. ,,In de C-1 werd ik de keeper, maar als ik een blooper maakte dan moest ik terug naar de C-3 en kwam Koen Kamphorst op het doel. Totdat hij weer een blunder maakte en dan mocht ik weer naar de C-1. Elke fout was fataal, dat maakte mij zo onzeker dat ik ben gestopt. Waar ik nog met plezier aan terugdenk dat zijn de keeperstrainingen bij SO Soest van Theo de Rond. Dat was een goede vent. Jaren later kwam ik hem tegen in Chili bij een autorace. Bleek hij met Heineken een grote sponsor van ons raceteam te zijn.”
Grabbelen met kleingeld
Aart stopte met voetballen, volgens eigen zeggen omdat hij ook geld wilde verdienen. ,,Ik werkte bij de Avia aan de Birkstraat in de wasstraat voor drie gulden per uur totdat ik merkte dat je op zondag vier gulden per uur kreeg. Dus ging ik op zondag werken. Het was de truc om zoveel mogelijk fooi te krijgen bij de tank-klanten. Gaf een klant bijvoorbeeld 25 gulden, dan gaf ik snel een briefje van 5 terug en wat losse guldens en dan wat onhandig grabbelen in kleingeld. Dan zei de klant in de meeste gevallen: ‘laat maar zitten’.”
Slaatjes maken
,,Daarna ging ik werken bij Piet Beijer op het Nieuwerhoekplein. Elke zaterdag honderden slaatjes maken voor de automatiek. Piet vertelde mij dat ik zou betaald zou worden naar prestatie. Ik stond de hele dag aardappels en eitjes te koken. Dat heb ik een paar weken gedaan totdat ik Jan de Gieter tegenkwam. Die wilde mijn werk wel overnemen. Ik betaalde Jan 15 cent per slaatje, terwijl Piet mij 35 cent betaalde. Ha, ha, dat heeft nog een tijdje geduurd, totdat Piet erachter kwam. Die moest er hard om lachen. Ik heb ook nog in de snackbar gestaan. Daar deed ik ook de truc met het wisselgeld.”
Malloten van VVZ ‘49
Aart maakte carrière. Niet alleen als tankbediende of slaatjesmaker, maar ook als eigenaar van zijn eigen installatiebedrijf. ,,In die beginjaren was Everard van den Hengel mijn coach. Hij leerde mij hoe ik een bedrijf moest runnen. Iedere maandagochtend ging ik bij hem op de koffie; de komende week doornemen , de planning maken en eventuele problemen bespreken.”
De voetbalschoenen hingen in die jaren aan de wilgen en Aart zag je niet of nauwelijks op de Soester voetbalvelden. Dat veranderde in 1990. ,,Ik was inmiddels 28 en tenniste bij de Toss. Daar kwam ik Aart Smink en nog een paar jongens van VVZ ‘49 tegen en die vroegen aan mij of ik weer wilde gaan voetballen.”
Aart reageerde positief op de vraag van Aart Smink en co. ,,Ik had ruim vijftien jaar niet gevoetbald en ik kende VVZ ‘49 alleen maar als tegenstander. Als wij met SO Soest naar de Ferd Huycklaan gingen om daar tegen VVZ ‘49 te voetballen dan wonnen we altijd met dikke cijfers. VVZ ‘49, dan dacht ik aan een stel malloten die tegen een bal aantrapten. Die hautaine SO Soest-blik had ik toen ook, ha, ha!”
Van Bosstraat naar Eemweg
Het voetballeven van Aart werd in die beginjaren negentig dus weer vlotgetrokken. Van de Bosstraat naar de Eemweg. ,,Ik ging spelen in het zevende elftal met Bert van ’t Net sr. en zijn vrienden. Daar heb ik twee seizoenen in gevoetbald. Het team viel uit elkaar en ik kwam in het derde bij spelers als Theo Stangenberg, Erik Toonen en Marcel Kievits. Ze stelden mij op als linksback. Dan werd ik op een mannetje gezet. Toen ik keeper werd bij VVZ ‘49 speelde ik bijna elke week twee wedstrijden per zaterdag. In het elftal met Jos en Joop Brouwer en in het ‘Soesterbergs’ Elftal.”
Toen ik deel uitmaakte van het Soesterberg elftal, vroeg Ben Burgman van de veteranen me regelmatig om voor hen te keepen. Na de geboorte van mijn zoon Sven stond Ben, een van de veteranen, de volgende ochtend met een rollade voor de deur. En wat deed ik? Natuurlijk, ik sloot me gewoon aan bij de veteranen voor een uitwedstrijd in Amersfoort. Op dat moment wilde ik graag in de spits staan en hoopte ik stiekem dat ik een penalty mocht nemen als die zich voordeed. Nou, die pingel kwam, en uiteraard ging hij er feilloos in! Haha, goede herinneringen aan die tijd.
In die jaren werd Aart beetje bij beetje bij de club betrokken. ,,Antonio van den Hengel kwam bij mij. Hij had geld nodig voor een bus voor de uitwedstrijden van het eerste. Hoeveel moet je hebben zei ik. Hij noemde een bedrag en zo ben ik begonnen met het sponsoren met de club. Ik gunde het Antonio, niet om hem, maar om zijn vader, die mij ook vaak heeft geholpen.”
Eemmoties
Zo ging Aart de club helpen. Hij vertelt een opmerkelijke anekdote uit die tijd. ,,Ze wilden Gert van Hanegem, de zoon van Willem, naar VVZ ‘49 halen. Dat plan is uiteindelijk nooit doorgegaan. Maar het idee om VVZ ‘49 aantrekkelijk te maken voor spelers van buitenaf is toen ontstaan. We richtten de stichting Eemmoties op, die naam is bedacht door Peter Lankreijer. Samen met Erik Toonen en Antonio zat ik -als voorzitter- in het bestuur van deze stichting. We haalden veel sponsors binnen en we konden goede spelers naar de Eemweg lokken.”
De Stichting Eemmoties zorgde voor mooie successen aan de Eemweg. Maar het succes had volgens Aart ook een keerzijde. ,,Het ene jaar promoveerden en dan was de kas leeg vanwege de kampioens- of promotiebonus. Het jaar daarop degradeerden we weer en hielden we geld over. Konden we weer een kwaliteitsimpuls doen. Zo kregen we dus een golfbeweging en dat ging een jaar of wat door.”
De financiële successen van Eemmoties stonden plots in schril contrast met de financiële huishouding van de club. Aart: ,,VVZ ‘49 kwam in vrij zwaar weer. De club was technisch failliet. Henk Strietman, Gert van de Munt sr. en Antonio wilden mij als crisismanager hebben. Ik ging akkoord voor een jaar.
Ik hanteerde een harde aanpak bij het leiden van de club, als een bedrijf. Hoewel velen het niet waardeerden, was het op dat moment noodzakelijk. Gelukkig had ik Antonio in het bestuur, die altijd klaar stond om de brokstukken te lijmen als ik weer een relletje had veroorzaakt. Ondanks de weerstand werden de beoogde doelen uiteindelijk bereikt. Het is achteraf mooi om te zien hoe een club op deze manier kan functioneren.
Na dat jaar hadden we het tij gekeerd, maar er was nog niet genoeg geld. In een speciale ledenvergadering is de Stichting Eemmoties opgeheven en dat geld ging in de club. Dat heeft VVZ ‘49 mede gered. Na vier jaar had ik het wel gezien.”
A happy wife is a happy life
In 2014 werd opnieuw een beroep gedaan op de bestuurlijke kwaliteiten van Aart. ,,Sjoerd Vegter stond op het punt om te stoppen en vroeg hij me om hem op te volgen. Hij zocht echter ook een sterke persoon voor de kunstgrascommissie. De oorspronkelijke planning was dat ik eerst twee jaar voorzitter van de kunstgrascommissie zou zijn en daarna Sjoerd zou opvolgen. Ik heb lang getwijfeld, omdat ik me bewust was van het vele werk dat het voorzitterschap met zich meebrengt.
Maar mijn vrouw Margret, die al vele jaren als vrijwilliger actief was binnen de club - van het verzorgen van jeugdkleding tot het leiden van kaboutertrainingen, van het begeleiden van jeugdteams tot het helpen in de bar en keuken en allerlei andere taken (ze voelde een sterke band met VVZ ‘49) - drong er bijna op aan dat ik weer voorzitter zou worden. En zoals ze zeggen, a happy wife is a happy life, dus heb ik het gedaan.
Het feit dat Margret kort voor haar overlijden werd benoemd tot lid van verdienste was een prachtige erkenning van haar toewijding aan VVZ ’49.
Blijven trutten of kiezen voor de jeugd
De afgelopen tien jaar heeft de club een aanzienlijke koerswijziging ondergaan. Aart vertelt: ,,We stelden onszelf de vraag: wat willen wij met die club. Willen we naar de hoofdklasse of willen we dat niet. We kunnen blijven trutten zoals we nu doen tussen eerste en de tweede klasse en misschien kunnen we een keer de sprong maken naar de hoofdklasse. Maar we kunnen ook kiezen voor de eigen jeugd en dan presteren in de tweede of derde klasse. Dat we nu zijn doorgezakt naar de vijfde klasse is vervelend, maar dat kan gebeuren. We hebben kunnen ervaren dat aan de top komen makkelijker is dan aan de top blijven. Een aantal jaar geleden hebben we besloten om te stoppen met het betalen van spelers. De selectie moet gevoed worden vanuit de eigen jeugd. Ja, dat is rigoureus en de ene degradatie volgde op de andere, maar financieel zij we berengezond. Nu spelen er echte VVZ ’ers in het eerste en staan er langs de lijn jongens die met die spelers hebben gevoetbald. We zien zoons van oud-eerste-elftalspelers in het eerste. Dat is leuk om te zien.”
Persoonlijke ambitie
,,Voor de toekomst ben ik positief. We hebben een aantal goede jeugdtrainers zoals Saban Aksit, Hans Renes, Ruben de Goede, Hidde Reitsma en vele anderen. Je ziet daardoor de talenten doorkomen. Het begon met Cemal Kurt, maar ook andere jongens komen op niveau. Hopelijk hebben ze het geduld om onze club in de toekomst naar de tweede of eerste klasse te brengen. VVZ ‘49 moet een club zijn waar ze hun persoonlijke ambitie waar kunnen maken.”
We vragen aan Aart wat zijn hoogte-en dieptepunten zijn geweest tijdens zijn bestuursperiodes bij VVZ ‘49.
Ik voelde mee met Simon Ouaali, onze trainer in 2017. Hij was een goede coach, maar slaagde er niet in om de groep op de rails te krijgen. Tijdens de winterstop sprak hij vol energie met ons. Hij beloofde punten te gaan pakken. Bij de eerste training stonden er echter slechts zeven spelers op het veld. Hoewel we over voldoende kwaliteit beschikten, ontbrak het ons aan de juiste spirit. Samen met Henk van Asch moest ik voor de groep gaan staan en vertellen dat Simon ermee stopte vanwege het teleurstellende niveau van inzet. Simon kreeg er zelfs lichamelijke klachten van. Er zaten te veel bommenleggers in het team om het op de rit te krijgen.”
Maar gelukkig kan Aart veel meer hoogtepunten opnoemen. ,,In 2001 wonnen we de kampioenswedstrijd tegen Zuidvogels op het veld van DVS’33 in Ermelo. Ik stond daar met tranen in mijn ogen. Wat een prachtige tijd was dat.”
In diezelfde periode beleefde Aart een bestuurlijk hoogtepunt. ,,De club was technisch failliet. We vulden het ene gat met andere. Leveranciers wilden niet meer leveren. Vier jaar later hadden we dikke zwarte cijfers. Ik had een weerstand in die tijd, zei overal nee tegen. Bosman was de boeman, niks mocht. Ik leidde de club als een bedrijf.”
Opvolging
Met Antonio, de man die Aart als sponsor en later bestuurder de club binnenhaalde, is de opvolger genoemd. Antonio is al volop aan het warmdraaien als voorzitter. ,,Vorige keer toen ik als voorzitter stopte, heb ik het niet helemaal correct gedaan. Op een gegeven moment was ik er helemaal klaar mee en heb ik alles losgelaten. Ik ben zelfs een paar jaar lang niet naar de club gegaan om de nieuwe voorzitter, Sjoerd, niet voor de voeten te lopen. Achteraf gezien had ik dit anders kunnen aanpakken.
Ik heb toen bewust afstand genomen, omdat ik tijdens mijn voorzitterschap ook veel hinder ondervond van een voormalige voorzitter die constant zijn mening wilde geven over wat ik wel en niet moest doen. Dit zat me enorm dwars.
Veel vertrouwen
Ik heb nu mijn eigen opvolging geregeld. Ik heb mateloos veel vertrouwen in Antonio. Antonio en ik zijn nu beiden voorzitter in deeltijd. Hij is verantwoordelijk voor de clubzaken en doet dat buitengewoon goed. Ook de overige leden van het bestuur vormen een fantastisch team waar ik volledig op vertrouw. Deze jongens weten wat ze doen. Doordat we op dit moment samen het voorzitterschap invullen is er een mooie overdracht. We zitten op een lijn. Ik heb nog een paar dossiers zoals de nieuwe tribune, huurovereenkomst met de gemeente en de contacten met de Sportfederatie en de KNVB. Daar blijf ik even bij, ook als dat nog loopt na mijn voorzitterschap.”
Maar daarna, gaat Aart VVZ ‘49 loslaten. ,,Reken niet teveel op mij. Ik zal de club zeker blijven volgen, maar ik ben eerlijk; het zal geen heilig ding voor mij zijn. Ik kijk vooral met heel veel plezier terug en heb vertrouwen in de toekomst van VVZ ’49 en in mijn opvolger.”
De toekomst van Aart ligt in het Ermelose Speuld. Ook daar hebben ze in de buurt een voetbalclub hebben waar mensen als Aart van waarde kunnen zijn. ,,Ha, ha, ongetwijfeld, maar ik heb mij voorgenomen om mij daar niet in de gemeenschap te roeren.”